

Een vitale wijk of een vitaal dorp betekent dat er ‘leven’ in zit. Er zijn voldoende, goede voorzieningen zoals winkels, er is een divers woningaanbod, een bloeiend verenigingsleven en er komen steeds weer nieuwe initiatieven van de grond. Tenminste zo willen wij het graag zien! En dus investeren wij al jaren politiek en bestuurlijk in vitale wijken en dorpen.
Dat betekent in eerste instantie dat je met ‘je poten in de klei’ moet staan en dus moet weten wat er leeft en speelt in een wijk en dorp. Hier investeren we als partij al meer dan vijftig jaar in maar dit blijft nog steeds een speerpunt. Niet roepen vanuit de ivoren toren van een stadskantoor maar zelf de wijken en dorpen ingaan om met bewoners in gesprek te gaan. Je voelsprieten uitzetten dus. Dit doen we tegenwoordig via een nieuwe aanpak: Roosendaal spreekt, Roosendaal doet. Het principe is hetzelfde; in gesprek gaan met bewoners maar het accent is anders. In deze aanpak staat de leefwereld van inwoners centraal en er worden direct, samen met allerlei partners van de gemeente, gerichte acties aan gekoppeld. Zo houden we onze wijken en dorpen écht vitaal!
Van idee tot uitvoering
Onze inwoners barsten van de ideeën om hun wijk of dorp leuker, veiliger, mooier of gezelliger te maken. Het wordt vaak lastiger als het gaat om het verkrijgen van financiën, vergunningen, materialen en andere ondersteuning. Op deze punten is de gemeente aan zet. Een faciliterende en ondersteunende rol dus.
In veel gevallen zien we hier al mooie voorbeelden van. Denk aan de kidsbeweegroute in Kalsdonk, het multifunctionele dorpshuis in Wouwse Plantage, het openluchttheater in Nispen en een recreatieve speel- en ontmoetingsplaats in Heerle. Zo zijn er tal van acties en projecten te noemen. Wat ons betreft blijven we hier in investeren. Het geeft niet alleen een impuls aan hoe een wijk of dorp eruit ziet en wat er te beleven valt, maar ook de samenwerking en burgerkracht wordt zo versterkt.